Executieve functies bij ADHD

Kinderen met ADHD hebben vaak moeite met bepaalde executieve functies (plannen en organiseren). Deze functies worden geregeld in de hersenen. In een gedeelte van de hersenen bedenken we dingen als: waar was ik net en waar wil ik naartoe hoe, wat moet er eerst gebeuren en wat komt er daarna, hoe stel ik me flexibel op om mijn plannen daadwerkelijk uit te voeren. Deze vaardigheden noemen we de executieve functies.

Hieronder staat een aantal voorbeelden van de executieve functies.

Afremmen van gedrag

Het afremmen van gedrag is erg belangrijk om een taak of opdracht af te krijgen. De afremming geeft ons de tijd om na te denken, de mogelijkheden te overwegen en daarna te reageren. Kinderen met ADHD hebben erg veel moeite met het afremmen van gedrag. Ten eerste is het moeilijk om afleidende dingen te negeren (onoplettendheid), ook het afremmen van directe reacties (impulsiviteit) of het afremmen van lichamelijke reacties op prikkels (hyperactiviteit) is moeilijk voor kinderen die ADHD hebben. Ten tweede kunnen kinderen met ADHD niet lang genoeg hun gedrag onderdrukken waardoor de andere executieve functies zich niet voldoende kunnen ontwikkelen.

Innerlijke spraak

Bij de innerlijke spraak kunt u denken aan het geweten. Voordat wij iets zeggen of ondernemen zullen wij bij ons zelf een afweging maken hoe we dit doen en of dit wel juist is. We zetten onze gedachten op een rijtje. Een voorbeeld hiervan is het volgende: wanneer wij iemand anders aanspreken op zijn gedrag zullen we hier van te voren over nadenken. Wat ga je precies zeggen en hoe pak je dat aan? Kinderen met ADHD hebben moeite met de innerlijke spraak. Doordat kinderen met ADHD niet voldoende rust hebben om over dingen na te denken en dingen af te wegen, reageren ze impulsief. Ze kunnen bijvoorbeeld ineens tegen een klasgenoot zeggen: Jij stinkt!

Het vermogen om daadwerkelijk aan iets te beginnen
Een belangrijke executieve functie is het vermogen om echt aan een opdracht of taak te beginnen. Jezelf aan het werk zetten (dus niet alleen het van plan zijn) is erg moeilijk voor een kind met ADHD. Om daadwerkelijk aan iets te beginnen moet je namelijk alle mogelijke andere prikkels afremmen. En het afremmen is voor kinderen met ADHD juist zo moeilijk.

Werkgeheugen

Het werkgeheugen is een gedeelte van het geheugen, waarin gewerkt wordt aan het leggen van verbanden tussen zaken die zijn opgeslagen in het (korte termijn)geheugen. Bijvoorbeeld, wanneer je in een situatie komt en je weet niet hoe je moet reageren, dan kun je denken aan eerdere situaties waarin je je zo voelde en hoe je toen reageerde. Door een verband te leggen tussen eerdere ervaringen en de huidige situatie kun je bepalen wat je wel of juist niet moet doen. Het werkgeheugen zorgt ervoor dat wij problemen kunnen opsplitsen en oplossingen kunnen bedenken. Zonder het vermogen om echt aan iets te beginnen kan het werkgeheugen zich niet goed ontwikkelen. Hierdoor kunnen vaardigheden zoals plannen en het bedenken van oplossingen problemen opleveren. Dit is bij kinderen met ADHD vaak het geval.

Tijdsbesef

Kinderen met ADHD hebben over het algemeen een minder goed ontwikkeld tijdsbesef. De tijd wordt slecht ingeschat, dit kan zowel te lang zijn als te kort. Bijvoorbeeld: Jos moet als huiswerk voor wiskunde 20 sommen maken. Het kan zo zijn dat hij dan met 2 sommen anderhalf uur bezig is. Hij haalt het dan nooit voor morgen om alle sommen te maken.

Vooruit- en terugkijken

Wanneer het werkgeheugen niet goed ontwikkeld is en het kind kan zijn of haar impulsen niet goed afremmen dan is het maken van plannen en het voorspellen van de toekomst ongelooflijk moeilijk. Kinderen met ADHD hebben ook moeite om terug te kijken. Wanneer we iets van onze fouten willen leren is het belangrijk om terug te denken aan eerdere situaties, waarin bepaalde handelingen niet of juist wel werkten. Kinderen met ADHD doen dit niet en leren daarom vaak niets van hun fouten.

Van plan A naar plan B overschakelen

Het overschakelen naar een andere activiteit of plan, met name wanneer iemand anders dit verlangt van een kind met ADHD, kan zorgen voor chaos. Je moet namelijk erg veel inspanning en zelfbeheersing hebben om te stoppen waarmee je bezig bent en te beginnen aan iets anders. Een voorbeeld hiervan is het volgende: Bram moet ophouden met spelen om de tafel te komen dekken. Deze opdracht kan voor een kind met ADHD zo moeilijk zijn dat het een woede-uitbarsting veroorzaakt.